De voorzitter heeft de volgende taken:
a) bijeenroepen van de bijeenkomsten van het Comité en het opstellen van zijn agenda;
b) ter kennis brengen van de door het Comité overeenkomstig artikel 65 vastgestelde besluiten aan de leidende toezichthoudende autoriteit en de betrokken toezichthoudende autoriteiten;
c) ervoor zorgen dat de taken van het Comité tijdig worden uitgevoerd, met name wat het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme betreft.